ING bank handelt onrechtmatig

Deze blog gaat over de uitspraak die op 13 februari 2023 is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Het jaar 2023 was nog maar net begonnen, toen de rechtbank Amsterdam in een kort geding de ING bank weer eens in het ongelijk stelde. Ja, wederom in een zogenaamde BKR registratie zaak. Waar ging het om? Een jong stel stond op het punt een nieuwbouwwoning te kopen. De financiering daarvan stuitte echter onverwacht af, op een al jaren geleden ingelopen, kleine betalingsachterstand bij deze bank.

Het is waar, dat de vrouw vanaf 2017 een aantal jaren vrijwel steeds rood had gestaan op haar betaalrekening. Maar dat wel tot aan de toegestane grens van € 1.000,–. In zoverre niks aan de hand dus zou je zeggen. Althans voor de bank. Want die verdiende goed aan de door mevrouw te betalen debetrente.

Maar toen kwam mevrouw door persoonlijke omstandigheden in betalingsmoeilijkheden te verkeren. Ze betaalde teveel met haar creditcard  en kwam  ongeveer € 3.000 rood te staan. Daar houden ze niet van bij de ING. Wel graag veel verdienen aan rood staan, maar het moet natuurlijk niet te gek worden…

Nou, mevrouw wilde niets liever dan afbetalen. Dat deed ze zoveel mogelijk. En ja, ze wist de achterstand in te lopen tot een kleine € 1.000. Gelijk aan haar vroegere kredietlimiet, of had ze die niet meer? Hoe dan ook, onvoldoende, vond de bank. Mevrouw werd bij het BKR geregistreerd met de code A3. Dat is ernstig, want dan sta je te boek als wanbetaler, aan wie geen bank nog wat wil lenen. Maar eerlijk is eerlijk, die registratie was toen op zichzelf niet onterecht.

Gelukkig keerde het tij voor mevrouw. Ze trouwde in 2020 en de overgebleven, geringe restschuld, werd in één keer afgelost! De bank blij, zou je denken! Sindsdien werkte ze mee in de winstgevende onderneming van haar man en samen hadden al snel een behoorlijke financiële buffer opgebouwd. Daar hoorde uiteraard een koopwoning bij. Die hadden zij ook wel nodig, want er was onlangs een kindje geboren.

Dat geluk werd hen echter niet gegund door de ING. Die weigerde de negatieve registratie bij het BKR ongedaan te maken. Mevrouw moest tot 2025 eerst maar eens bewijzen, dat ze echt kredietwaardig was! Maar dan was de koopwoning uiteraard al lang weg! Dat vond de ING helemaal niet erg. Ga maar naar de rechter, als het je niet bevalt, was hun houding. Dat kan de bank namelijk makkelijk betalen. Liever duizenden euro’s uitgegeven aan een Zuidas advocaat, dan doen wat je volgens de wet moet doen.

Dus moest ons jonge stel zelf ook een dure advocaat in de arm nemen, om te bereiken wat elk weldenkend mens op voorhand had kunnen bedenken. De kort geding rechter maakte -zoals te verwachten viel- korte metten met dit pestgedrag van de ING. Het in stand laten van de negatieve BKR registratie tot 2025 was onder de gegeven omstandigheden disproportioneel en dus onrechtmatig, oordeelde de rechtbank. Niet alleen had mevrouw inmiddels een eigen inkomen (en een gezin), maar ook nog eens een financieel sterke man! Er was geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat ze financieel weer door het ijs zou zakken. Het ging dus niet aan die dodelijke registratie, vanwege dat al lang geleden rechtgezette akkefietje, nu nog in stand te laten, met het gevolg, dat de nieuwe koopwoning niet kon worden gefinancierd.

‘En nu opzouten,’ dacht de rechter misschien, richting ING. ‘Ik heb wel wat beters te doen.’

Schaamde de ING zich dan niet, om de rechtbank te belasten met een dergelijke onzinzaak?

Ik ben bang van niet.

Schaamte past niet in haar bedrijfscultuur.

Mr. Frank Visser